1. Osteopathische principes

De wisselwerking tussen structuur en functie

De functie van elk onderdeel in ons lichaam bepaalt de structuur en andersom. Dat wil zeggen dat ons lichaam onder normale omstandigheden in staat is zich aan te passen aan de eisen die wij eraan stellen. Het waarnemen van een kleine verandering of vermindering van de functie is belangrijk om verandering van de structuur te voorkomen. Alles in het menselijk lichaam is beweeglijk, kan bewegen en moet bewegen. De osteopaat herstelt de verminderde beweeglijkheid van alle structuren binnen het lichaam. Daarmee verbetert de structuur èn de functie waardoor het aanpassingsvermogen van uw lichaam toeneemt.

 

Het lichaam is een biologische eenheid

Alle structuren en alle functies zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Men spreekt van holisme, wat zoveel betekent als: het geheel is veel meer dan de som der delen. Het lichaam moet in een biologische eenheid worden beschouwd zowel in gezondheid als in ziekte. Wanneer er zich ergens een verstoring of een dysfunctie in het lichaam voordoet, dan zal het gehele lichaam daar invloed van ondervinden. De osteopaat benadert de mens als één geheel en behandelt de oorzaak en al zijn gevolgen.

 

Het lichaam bezit zelfregulerende mechanismen

Het lichaam bezit specifieke verdedigings- en alarmsystemen. Wanneer deze systemen om welke reden dan ook, niet meer goed functioneren, verliezen we gezondheid, wat men ziekte noemt. Het lichaam is dynamisch en constant bezig met het herstellen van versleten en beschadigde cellen. Het herstelt ook constant dysfuncties van gewrichten, spieren en banden en organen. Bij elke dysfunctie zijn er veranderingen aan de oppervlakte van het lichaam zichtbaar die een getraind osteopaat helpen de dysfunctie te ontdekken. Door de gevonden bewegingsverliezen van alle structuren te behandelen slaagt de osteopaat erin het zelfgenezend vermogen van uw lichaam opnieuw te stimuleren.

 

Leven is bewegen

Alle structuren in ons lichaam zijn beweeglijk, bewegen en moeten bewegen om te kunnen functioneren. Mobiliteit (beweeglijkheid) is een noodzaak voor een goede aanvoer van zuurstofrijk bloed en voor een goede afvoer van afvalstoffen. Optimale mobiliteit geeft een verbeterde functie.

 

'Daar waar weefsels goed beweeglijk zijn krijgt ziekte geen kans.'