2. Drie systemen

Het pariëtale systeem

Dit betreft het bewegingsapparaat, bestaande uit spieren, pezen, banden en gewrichten. Wanneer hier een bewegingsbeperking ontstaat, heeft dit gevolgen voor  het gewricht zelf maar ook voor andere delen uit dit systeem en de andere systemen. Bijvoorbeeld een enkelblessure die jaren later rugklachten veroorzaakt.

 

Het viscerale systeem

Dit betreft de organen en de bindweefselvliezen om de organen heen maar ook het lymfestelsel en bloedvaten. Wanneer hier bewegingsbeperkingen ontstaan bijvoorbeeld door ziekte operatie, overbelasting of een trauma heeft dit niet alleen invloed op andere organen en hun doorbloeding maar ook op de andere twee systemen. Zo kunnen bijvoorbeeld schouder- of heupklachten (pariëtaal systeem)ontstaan na een blindedarmoperatie (visceraal systeem).

 

Het craniosacrale systeem

Dit systeem bevat schedel, hersenvocht, wervelkolom, zenuwen en het heiligbeen. Dit niet te onderschatten deel heeft zeer veel invloed op de andere systemen. Denk bijvoorbeeld aan een val op het stuitje dat later kan leiden tot migraine klachten of een tangverlossing die leer- of gedragsstoornissen bij het kind tot gevolg kan hebben.

 

Klachten uiten zich niet altijd daar waar zich de primaire oorzaak bevindt.